dinsdag 20 maart 2018

Huiddiktemeting en laswerk

Instandhouding: "Het treffen van maatregelen en het uitvoeren van werkzaamheden om het object te behouden voor het gestelde doel."
 
 
Het instandhoudingswerk aan deze spoorbrug gaat continu door.
Forth Bridge, Queensferry, Schotland 1995.

Bij een stalen schip krijg je het gevoel ook continu bezig te zijn met instandhouden...

Huiddiktemeting


Het casco van ons schip is volgend jaar 30 jaar oud. Aan de buitenzijde ziet het er nog strak uit. Maar hoe is de binnenzijde? Op die delen waar geen betimmering zit is geen enkel probleem te zien. Achter betimmering is natuurlijk niets zichtbaar. Ik benaderde Blonk Jachtexpertise uit Harderwijk en liet de huiddikte meten. Zie: http://www.blonkjachtexpertise.nl/huiddiktemeting

Ik wilde geen rapport maar alleen zelf weten hoe de huiddikte was van het onderwaterschip. Neeltje heeft een wanddikte van 4 mm, het vlak is 8 mm dik en de kielzool 10 mm. Die waarden werden ook keurig gemeten. Geen roestvorming dus, behalve op één enkel punt aan zowel stuurboord- als bakboordzijde: ter hoogte van de bodem van de ankerkettingberging. Tot mijn verbazing waren de twee plekken al een keer met plamuur behandeld. Nu waren ze met een priem door te slaan.


Ai, ai, twee gaatjes in de boot..... dat was schrikken!

 

De 10 cm brede dubbeling (5cm uit hart gaatje) wordt doorgetrokken tot aan de steven.
 
Naderhand hoorde ik dat roestvorming in de ankerkettingberging een veel voorkomend probleem is bij stalen schepen, zelfs bij extreem dure jachten. De opgehaalde ketting neemt water en vuil mee naar binnen. Ook kan regenwater of overkomend buiswater in de opening op het dek lopen. Dat water moet worden afgevoerd. Daarvoor is in mijn schip een leiding gemaakt naar een bilgputje. Dat daar nooit water uit kwam had bij mij een belletje moeten doen rinkelen. De leiding bleek totaal verstopt te zijn! Waarschijnlijk al vele jaren. Daardoor bleef er water staan en dat geeft natuurlijk roest onderin de kettingberging en aantasting van de bootwand.

Laswerk


De oplossing: Laswerk! "Ach," zei iemand tegen mij, "daar zet je zo een plaatje tegenaan". Zo makkelijk gaat dat echter niet. Lassen geeft ter plekke een zeer hoge temperatuur. Dat kan hout makkelijk in brand zetten. Gelukkig was er ter plekke slechts gedeeltelijk een betimmering. Die heb ik kunnen verwijderen.
Tijdens het lassen bleef ik binnen als brandwacht. Dat is een voorwaarde om veilig te kunnen lassen. Eventuele vlamvorming is dan direct te doven. Gelukkig hoefde ik niet in actie te komen. Het lassen veroorzaakte alleen het smelten van de coating. Ik kon het lassen dan ook aan de binnenzijde volgen! Dat ging wel gepaard met een behoorlijke (en stinkende) rookontwikkeling. Soms werd het ijzer even rood. Ik kon me voorstellen dat brandbaar materiaal dan direct vlam zou vatten. Lassen aan de buitenzijde kan dus echt niet zonder zicht op de binnenzijde.


De lasser Jan Moinat is hier de lasnaden aan het bijwerken.  

Ik heb gekozen voor een kleine dubbeling ter hoogte van de bodem van de ankerkettingberging. Een extra plaatje van 4 mm tegen de bestaande wand. Het mooiere en mogelijk ook duurzamere vervangen van een stuk wand was voor mij te ingrijpend.

 
Het schoongemaakte staal is direct voorzien van een laag primer, aan buiten- en binnenzijde.
 
Het is van belang dat de openingen aan de binnenzijde goed worden afgesloten. Ik ga epoxyplamuur aanbrengen. Later worden nog meerdere lagen primer aangebracht en aan de binnenzijde naast een coating ook  een bekleding om het beschadigen door de ankerketting tegen te gaan.
 
Wordt weer vervolgd, Jan



Geen opmerkingen:

Een reactie posten